Regelmatig krijgen Arie en Peta van FSG de vraag wat het verschil is tussen licentie en franchise. “Als organisatie werken we graag samen met onze partners, we zijn dan ook heel blij dat Jan-Willem en Teun van DayOne Advocaten in dit blog hun visie delen. In onze begeleiding bepalen we samen welke optie het beste past bij een bedrijf zodat er geen onduidelijkheden zijn. Wat voor de ene organisatie werkt kan voor een andere partij een belemmering zijn.”
Een samenwerking tussen ondernemingen kan op verschillende wijzen worden vorm gegeven. Als een partij bepaalde intellectuele eigendomsrechten bezit dan kan deze partij ervoor kiezen om onder bepaalde voorwaarden derden toe te staan (ook) gebruik te maken van die intellectuele eigendomsrechten. Op die manier kan die partij zijn business proberen uit te breiden. In dat kader zijn er twee smaken aan te wijzen, te weten het verstrekken van de intellectuele eigendomsrechten via een franchiseovereenkomst of via een licentieovereenkomst. Maar wat zijn nu precies de verschillen tussen beide overeenkomsten? In dit blog een korte bespreking.
Intellectuele eigendomsrechten zijn de rechten die men kan krijgen op zogenoemde ‘voortbrengselen van de menselijke geest’. Het is een verzamelnaam voor uitgewerkte ideeën en creatieve zaken die de rechthebbende heeft geproduceerd. Denk daarbij onder meer aan tekeningen, schilderijen, ontwerpen, muziek, teksten, foto’s, computerprogramma’s, uitvindingen en (woord- en beeld)merken. Heeft de rechthebbende bijvoorbeeld een intellectueel eigendomsrecht op een bepaald muziekstuk dat hij heeft gecomponeerd? Dan kan hij anderen verbieden om dat muziekstuk te gebruiken.
Onder bepaalde gevallen kan de rechthebbende er belang bij hebben om derden toch toe te staan gebruik te maken van zijn intellectuele eigendomsrechten. Om in het muzikale thema te blijven: een artiest die bijvoorbeeld rechthebbende is op een bepaald muziekstuk kan bijvoorbeeld onder voorwaarden aan een digitale streamingdienst toestaan dat zijn muziek aldaar te beluisteren is. Die toestemming wordt ook wel een ‘licentie’ genoemd. De streamingdienst kan met dergelijke licenties gebruik maken van bepaalde muziek waarvan zij zonder licenties geen gebruik zou kunnen (en mogen) maken. En de artiest op zijn beurt profiteert van een betere zichtbaarheid en aanvullende inkomsten.
Ook voor ondernemingen kan het zinvol zijn na te denken over uitbreiding van de activiteiten door hun intellectuele eigendomsrechten ook aan derden ter beschikking te stellen. Zowel via een licentieovereenkomst als ook via een franchiseovereenkomst kunnen hiervoor licenties worden verstrekt. Hieronder zullen beide overeenkomsten kort worden besproken.
De afspraken over een licentie worden vastgelegd in een zogenoemde licentieovereenkomst tussen de rechthebbende (de licentiegever) en de beoogde gebruiker (de licentiehouder). In die overeenkomst staat omschreven van welk intellectueel eigendomsrecht de licentienemer gebruik mag maken, voor hoe lang hij dat mag doen en welke vergoeding hij daarvoor eventueel dient te voldoen. Voor diverse typen gebruik kunnen verschillende licenties worden verstrekt. Denk bijvoorbeeld aan een verschillende licentie voor ieder ander land, of een verschillende licentie per specifieke toepassing. Een schrijver kan bijvoorbeeld aparte licenties verlenen voor een toneelbewerking en een verfilming van zijn boek en ook per vertaling.
Ook kan in een licentieovereenkomst bijvoorbeeld worden omschreven of de licentiehouder als enige het (exclusieve) recht heeft om van het in licentie gegeven recht gebruik te maken of dat er sprake is van een (niet-exclusief) licentierecht dat door de rechthebbende ongelimiteerd kan worden verstrekt aan derden.
De franchiseovereenkomst is een soort licentieovereenkomst waarbij de franchisegever aan franchisenemers het recht verleent om bij de exploitatie van hun ondernemingen gebruik te maken van de (intellectuele eigendoms-)rechten van de betreffende franchiseformule. Dit met als doel om een distributieketen op te richten voor de productie of verkoop van goederen, dan wel het verrichten van diensten. De franchisenemer mag dan gedurende de looptijd van de franchiseovereenkomst gebruik maken van de (woord- en beeld)merken, handelsnamen, modellen, huisstijl, knowhow, et cetera, van de franchisegever. Een sprekend voorbeeld van franchise is uiteraard het fastfood-restaurant met de gouden bogen.
Hoewel de licentie- en franchiseovereenkomst op elkaar lijken, zijn er ook verschillen aan te wijzen. Zo wordt in een licentieovereenkomst doorgaans één specifiek recht verstrekt aan de licentiehouder, terwijl er bij een franchiseovereenkomst juist meerdere rechten worden verschaft aan de franchisenemer. En terwijl een franchiseovereenkomst juist gebruikt wordt om onder een gemeenschappelijke naam en uitstraling producten en diensten te distribueren aan derden, zal die uniforme uitstraling bij licentie veel minder een rol spelen. Een licentieovereenkomst is vaak laagdrempeliger dan een franchiseovereenkomst. Een franchisenemer heeft, naast de verkregen rechten, immers ook de plicht om de in licentie verstrekte franchiseformule volledig toe te passen in zijn onderneming. Een licentiehouder zal die plicht doorgaans niet hebben en een vele grotere mate van ondernemersvrijheid behouden.
Verder speelt in het geval van franchise de voortdurende ondersteuning en bijstand van de zijde van de franchisegever een grote rol; gedurende de looptijd van de samenwerking dient de franchisegever deze bijstand en ondersteuning te verstrekken. De nadruk ligt bij franchise dus niet (alleen) op het verstrekken van intellectuele eigendomsrechten, zoals bij een licentieovereenkomst.
Goed om te weten
Waar de licentieovereenkomst niet apart in het Nederlandse Burgerlijk Wetboek is geregeld, is de franchiseovereenkomst dat wel. Dat betekent dat partijen bij het sluiten van een franchiseovereenkomst zich dienen te houden aan bepaalde (wettelijke) spelregels. Daarbij is het niet van belang hoe partijen de overeenkomst zelf noemen; als het voldoet aan de wettelijke kwalificatie van de franchiseovereenkomst, dan is het dat ook.
Of er wordt gekozen voor een samenwerking op basis van licentie of op basis van franchise is afhankelijk van wat partijen uiteindelijk beogen met hun samenwerking en wat zij daarmee willen bereiken. Is dat simpelweg om iemand tegen betaling gebruik te kunnen laten maken van de rechten van de (IE-)rechthebbende? Of is het juist de bedoeling dat er een distributienetwerk wordt opgericht waarbij de deelnemers onder gemeenschappelijke naam en een uniforme uitstraling goederen of diensten (door)verkopen aan derden? Gezien de juridische consequenties die kunnen kleven aan de keuze is het in ieder geval goed om daar op voorhand goed bij stil te staan.
Heb je vragen of wil je de hulp van FSG inschakelen? Neem dan vrijblijvend contact met ons op!